Historie |
GeschiedenisHarmanus Didericus (Tjeenk) Willink werd geboren in Winterswijk, op 22-8-1790, als zoon van Joost Willink en Anna Margeretha Bovy. In december 1806 werd hij in Zutphen in de Hervormde Kerk op belijdenis aangenomen. Op 19-9-1810 trouwde hij met Aleida Maria Colenbrander, welk huwelijk in Zutphen plaats vond, zowel voor het stadshuis als voor de kerk. De afkondigingen van het huwelijk vonden plaats op 2, 9 en 16 september (herfstmaand). Het kerkelijk huwelijk is gesloten door de predikant van Herwerden aan huis, niet in de kerk. Harmanus Didericus stierf in Zutphen op 14-1-1859, na een werkzaam leven als steenbakker (steenfabrikant) en na een gelukkige echtvereniging van ruim 48 jaar. (Aldus de overlijdensadvertentie in de Zutpher Courant) Echtgenote Aleida Maria Colenbrander werd in Zutphen geboren op 8-2-1791 als dochter van de steenfabrikant Johannes Frederik Colenbrander en diens tweede vrouw Johanna Hendrika Schemkes. Op 14-6-1876 is Aleida Maria in Zutphen overleden. Haar vader stierf reeds in 1802 en haar moeder zette toen de steenfabriek voort. Het is onbekend of dit dezelfde steenfabriek is, waarover Harmanus Didericus het bewind later voerde. Harmanus Didericus en Aleida Maria kregen tien kinderen, waaronder de uitgever in Zwolle, de uitgever in Arnhem en de apotheker in Zutphen. Het gezin heeft in ieder geval vanaf 1842 (aanvang Zutphens bevolkingsregister) tot aan de dood van moeder in 1870, in de Beukerstraat gewoond. Het is niet te achterhalen in welk pand. Harmanus Didericus had van vaders kant een oud-oom, Didericus Tjeenk. Deze werd in Winterswijk gedoopt op 21-11-1731, was predikant en overleed in Amsterdam op 28-1-1808, zonder kinderen na te laten. Na dit overlijden heeft zijn achterneef de naam Tjeenk toegevoegd aan zijn achternaam Willink. Deze oud-oom was naar alle waarschijnlijkheid een broer van Anna Margaretha Thijeenk, de grootmoeder van Hermanus Didericus Tjeenk Willink. Zie ook de familiestamboom |